Wat als het anders loopt
Fieke Bosma, Marjan Schreurs
Trefwoorden: Technieken, belemmeringen en aanpassingen, flexibel en methodisch
Kennisniveau/doelgroep: Beginners t/m supervisoren
Inhoud workshop
Tijdens opleidingen leer je hoe bepaalde technieken eruit zien en welke stappen hierbij horen. Dit creëert de verwachting dat een techniek in de praktijk ongeveer op de geleerde manier zal verlopen en dat de patiënt zal reageren zoals beoogd. Soms lopen dingen echter anders dan je had verwacht en begrijp je niet goed wat er gebeurt of wat je moet doen. Je denkt dan wellicht ‘oh jee, dit gaat mis’. Als het anders loopt dan verwacht, is een veel gekozen strategie om te gaan improviseren. Dit kan tot goede resultaten leiden, maar ook het gevoel geven ‘ik doe maar wat’. Je hebt behoefte aan een gevoel van competentie: je wilt weten waarom het niet goed loopt en hoe hier mee om te gaan.
In deze workshop leer je hoe je methodisch te werk kunt gaan als een techniek anders gaat dan je had verwacht. We richten daarbij onze aandacht op Imaginaties en Meerstoelentechnieken. Met deze methode leer je hoe je bewust en stapsgewijs kunt reageren als het anders loopt, waarbij je het doel van de techniek voor ogen houdt. Hierbij besteden we aandacht aan de factoren die bij de therapeut liggen en datgene wat er bij de patiënt wordt opgeroepen. Je checkt of je zelf verbetering kunt aanbrengen in de uitvoering, bijvoorbeeld in de therapeutische houding of volgen van de stappen van de techniek. Daarnaast richt je de aandacht op wat er bij de patiënt gebeurt. Het zal veelal zo zijn dat de patiënt in een verstorende modus terecht is gekomen en je daar iets mee moet. Je wilt dan niet direct de techniek of het doel hiervan overboord gooien, maar wel de verstorende modus uit de weg halen. In deze workshop gaan we oefenen we met het stapsgewijs interveniëren, van makkelijke aanpassingen tot grotere ingrepen, zodat de belemmeringen worden opgeheven en je verder kunt met de techniek.
Kom jij het regelmatig tegen dat een techniek niet loopt? Wil je weten wat je dan kunt doen en oefenen met interventies? Tijdens de workshop bespreken we de verschillende manier waarop technieken mislopen en wat je dan kunt doen. Breng vooral je eigen casuïstiek in om hier samen naar te kijken en mee aan het werk te gaan. Deze methode kun je zelf gebruiken in je therapieën, maar biedt ook goede houvast om met supervisanten mee aan de slag te gaan.
Inhoud
- Methodisch werken
- Technische uitvoeringsproblemen en disfunctionele reacties van de therapeut
- Stap voor stap omgaan met verstorende modi bij de patiënt
Leerdoelen
- Weten wat te doen als een techniek anders loopt dan je had verwacht
- Kunnen reflecteren op je eigen handelen bij de uitvoering van een techniek
- Bewuste keuzes kunnen maken welke interventies je inzet om een techniek vlot te trekken
- Weten hoe je het doel van de techniek vasthoudt en wanneer je besluit hiervan af te wijken of te stoppen
Werkwijze
- Kennisoverdracht
- Bespreken ingebrachte casuïstiek
- Modeling
- Oefenen (plenair en in subgroepen)
Literatuur
- Young, J.E., Klosko J.S., & Weishaar, M.E. (2019). Schemagerichte therapie. Handboek voor therapeuten. Houten: Bohn Stafleu van Loghum.
- Genderen, H. van & Arntz, A. (2021). Schematherapie bij borderline persoonlijkheidsstoornis. Amsterdam: Uitgeverij Nieuwezijds.
- Farrell, J.M. & Shaw, I.A. (2015). Schematherapie in de klinische praktijk. Amsterdam: Uitgeverij Nieuwezijds. (327 pag.) ISBN 9789057124365.