Karin Timmerman1
1. Mediant
Kernwoorden
klinische schematherapie, lange termijn effectonderzoek, mixed methods.
Introductie
Voor sommige mensen met complexe PS is ambulante behandeling onvoldoende en is klinische schematherapie een aangewezen en in eerder onderzoek effectieve behandeloptie. De werkzame factoren van een klinisch behandelmilieu zijn uniek, het geeft meer holding en geeft intensievere en meer mogelijkheden vermijdingsgedrag en schema’s te veranderen. Er is weinig bekend over het beloop van deze positieve behandeleffecten op de lange termijn.
In dit deel van het symposium worden de onderzoeksresultaten besproken van het lange termijn effectonderzoek dat heeft plaatsgevonden in de afgelopen jaren (Pietersen et.al, 2024). In dit deel van het symposium zal er worden ingegaan op de resultaten met veel fragmenten van open antwoorden over de ervaringen van klinische behandeling. Ook komt wederom cliënte aan het woord over haar ervaringen een jaar na haar behandeling.
Materiaal en methodes
De studie kent een naturalistisch, exploratief within-subjects design met een langetermijn follow-upmeting (LFU) als voortzetting van de onderzoeken van Schaap et al. (2016), Wolterink en Westerhof (2018) en Phagoe et al. (2022). Cliënten die hebben deelgenomen aan eerder onderzoek zijn 2 tot 8 jaar na hun opname gevraagd de vragenlijsten (Schema Mode Inventory, Brief Symptom Inventory en Mental Health Continuum- short form) nog eens in te vullen en hoe de invulling van hun leven is geweest na de kliniek (werk, wonen en behandeling) en naar hoe ze hun behandeling hebben ervaren (N=52). Een deel heeft dit in 2019 ingevuld (N voor COVID= 20) en een deel in 2020 (N tijdens COVID=32). Dit is op zowel kwantitatieve, door middel van mutilevel analyses, als op kwalitatieve wijze geanalyseerd.
Resultaten
Op alle maten werd 2-8 jaar na klinische schematherapie behandeling de beste scores tot nu toe gevonden. Daarbij werd samenhang gevonden tussen hogere baseline scores en grotere veranderingen op de schemamodi tijdens de behandeling en positievere scores op de lange termijn. Wel zijn de meeste deelnemers ambivalent over hun klinische behandeling, het was effectief om tot echte verandering te komen maar was ook intens en impactvol (“een goede hel”).
Daarnaast bleek een groot gedeelte bij de LFU werk te hebben of te studeren (69,2%) en samen te wonen met een partner (55,8%). 92,3% ontving na de klinische schematherapie nog behandeling maar 71,2 % ontving in het afgelopen jaar geen behandeling meer voor hun persoonlijkheidsproblematiek.
Bij het vergelijken van de pre COVID groep met de COVID groep werd gevonden dat de groepen weinig van elkaar verschilden, maar dat het hogere scores op sociaal welbevinden en de functionele modi aan het eind van de behandeling een voorspeller waren op hogere welbevinden scores en lagere klachten.
Discussie en conclusie
Uit dit onderzoek blijkt dat de behaalde positieve resultaten op het gebied van symptomen, welbevinden en modi niet alleen behouden blijven na de behandeling, maar zelfs blijven verbeteren tot 2–8 jaar na afronding. Verder blijken de functionele modi en het sociaal welbevinden aan het eind van de behandeling daarin voorspellers te zijn. Dit onderstreept het langdurige en brede effect van klinische schematherapie in de groep bij complexe persoonlijkheidsproblematiek en daarmee ook het belang van het behouden van deze unieke behandeloptie.
Referenties en literatuur
Lolkema, E., Timmerman, K., Prosman, G., Pietersen, R. & , Westerhof G.J. Functional Modes and Social Well-being as a protector of Mental Health during COVID-19. British journal of Guidance & Counseling, Submitted 2023/ Accepted.
Pietersen, R. M., Timmerman, K., & Westerhof, G. J. (2024). Inpatient psychotherapy for complex personality pathology: The long-term development of symptoms, well-being and schema modes. Counselling and Psychotherapy Research, 24, 1588–1599. https://doi.org/10.1002/capr.12806
Claassen, A.-M., Bartak, A., & Ingenhoven, T. (2023). Indicatiestelling voor (dag) klinische psychotherapie bij persoonlijkheidsstoornissen. PsyXpert, 2023-1, 12-19.
Haeyen, S. (Red.). (2022). Schemagerichte werkvormen voor vaktherapie. Bohn Stafleu van Loghum. https://doi.org/10.1007/978-90-368-2803-1
Hoekenga, P., Ten Klooster, P. M., & Westerhof, G. J. (2021). Wat is volgens cliënten werkzaam in klinische schematherapie? Tijdschrift voor Psychotherapie, 47(4), 248.
Lolkema, E., Timmerman, K., Prosman, G., Pietersen, R., & Westerhof, G. J. (2023). Functional Modes and Social Well-being as a protector of Mental Health during COVID-19. British Journal of Guidance & Counseling, Submitted/Accepted.
Muste, E., Weertman, A., & Claassen, A. (2009). Handboek Klinische Schematherapie & Werkboek Klinische Schematherapie. Houten: Bohn Stafleu van Loghum.
Phagoe, S. A., Timmerman, K., Claassen, A.-M., & Westerhof, G. J. (2022). Welbevinden en persoonlijkheidsproblematiek in klinische schematherapie. Tijdschrift voor Psychiatrie, 64(1).
Pietersen, R. M., Timmerman, K., & Westerhof, G. J. (2024). Inpatient psychotherapy for complex personality pathology: The long-term development of symptoms, well-being and schema modes. Counselling and Psychotherapy Research, 24, 1588–1599. https://doi.org/10.1002/capr.12806