Schaamte en falen in groepsschematherapie: groepstherapeutische interventies

Drs. Michiel van Vreeswijk1, Drs. Klaartje van Hest2
1. G-kracht psychomedisch centrum
2. Antes/ G-kracht psychomedisch centrum

Kernwoorden

Schaamte, falen, groepsschematherapie, groepstherapeutische interventies

Kennisniveau deelnemers

gevorderd

Tags doelgroep

Volwassenen

Tags thematiek en problematiek

Overig

Workshop

Leerdoelen

  1. Therapeuten voorzien van effectieve technieken om thema’s als falen en schaamte binnen groepsschematherapie bespreekbaar te maken.
  2. Het vergroten van het vertrouwen van therapeuten in het hanteren van deze gevoelige onderwerpen tijdens groepssessies.
  3. Het bevorderen van een open en ondersteunende groepsdynamiek waarin cliënten zich veilig voelen om hun gevoelens van falen en schaamte te delen.

Werkvormen

  • Reflectie: Deelnemers onderzoeken in subgroepen hoe een ieder in een schemagroepstherapie het thema falen/ mislukking en schaamte bespreekbaar maakt, waarbij ze verschillende scenario’s en cliëntreacties verkennen.
  • Groepsrollenspellen: Oefenen met het bespreekbaar maken van falen/ schaamte in de schemagroepstherapie. Daarna, gezamenlijke reflectie op de ervaringen tijdens de rollenspellen, met aandacht voor uitdagingen, inzichten en best practices.

Aansluiting op het congresthema

Het thema van het congres, “Faalruimte”, benadrukt het belang van ruimte geven aan falen binnen het therapeutisch proces. Onze workshop sluit hier direct op aan door therapeuten te trainen in het bespreekbaar maken van falen en schaamte binnen groepsschematherapie.

Activerende en interactieve elementen

Deze workshop biedt therapeuten, middels interactieve elementen, de kans om hun competenties in het omgaan met falen en schaamte binnen groepsschematherapie te versterken, wat bijdraagt aan effectievere therapieën en betere cliëntuitkomsten.

Literatuur

Vreeswijk, M. F., van, & Claassen, A. M. T. S. (2017). Schema Mislukking; de schaamte voorbij door middel van schema(groeps) therapeutische interventies. PsyXpert, 3, 42-48.