Rob Coolen
GGZ Oost Brabant
Kernwoorden
intergenerationele transfer, schema’s, depressie, adolescenten
Tags doelgroep
Kinderen en adolescenten, Gezinnen en relaties
Tags thematiek en problematiek
Persoonlijkheidsstoornissen, Stemmingsstoornissen
Introductie
Hoewel er effectieve eerste keus behandelingen zijn voor depressie bij adolescenten, profiteert een grote groep cliënten nog niet (Cuijpers et al., 2023). Schematherapie zou een waardevol alternatief kunnen zijn (Carter et al., 2013; Chaudron et al., 2022). Disfunctionele schema’s hebben invloed op sociale interactie. Schema’s van ouders hebben daarom invloed op de relatie met hun kinderen. Falen we dan als we schema’s van ouders niet meenemen in de behandeling? Mogelijk, maar we weten er nog te weinig van. Daarom deden we onderzoek.
Materiaal en methodes
De samenhang tussen schema’s uit het domein ‘Onverbondenheid en Afwijzing’ van 51 ouders en depressieve symptomen en schema’s uit hetzelfde domein bij hun kinderen (16-25 jaar) werd onderzocht middels mediatie-analyses.
Resultaten
‘Wantrouwen / Misbruik’ in moeders hangt significant samen met meer depressieve symptomen bij hun kinderen. Er waren significante verbanden tussen schema’s van ouders en die van hun kinderen (5 voor moeders en 6 voor vaders). Vooral de schema’s ‘Wantrouwen / Misbruik’ en ‘Sociaal isolement / Vervreemding’ bij ouders waren gerelateerd aan diverse schema’s bij hun kinderen. Alle schema’s bij de kinderen hingen significant samen met depressieve klachten. Deze schema’s bleken ook een mediërend effect te hebben op de relatie tussen schema’s bij ouders en depressieve klachten bij hun kinderen.
Discussie en conclusie
Er zijn aanwijzingen voor een samenhang tussen disfunctionele schema’s van ouders en die van hun kinderen. Disfunctionele schema’s van adolescenten en jongvolwassenen hangen samen met depressie. In het intergenerationele patroon tussen schema’s van ouders en die van hun kinderen, lijken ACEs (Adverse Childhood Experiences) een rol te spelen. De mate waarin ouders kunnen mentaliseren en de manier waarop hun kinderen zich deze ACEs herinneren zouden belangrijk kunnen zijn.
Klinische implicaties
Onze resultaten maken het aannemelijk dat het belangrijk is om informatie over disfunctionele schema’s bij depressieve adolescenten en jongvolwassenen mee te nemen bij het opstellen van een casusconceptualisatie. Mogelijk is een depressiebehandeling bij deze doelgroep effectiever als schema’s geadresseerd worden. Verder roepen de resultaten de vraag op of behandeling niet effectiever zou worden door ouders te betrekken.
Tenslotte onderstrepen de resultaten het belang om naar het welzijn van de kinderen te informeren bij behandeling van volwassenen met disfunctionele schema’s.
Referenties en literatuur
Carter, J. D., McIntosh, V. V., Jordan, J., Porter, R. J., Frampton, C. M., & Joyce, P. R. (2013). Psychotherapy for depression: A randomized clinical trial comparing schema therapy and cognitive behavior therapy. Journal of Affective Disorders, 151(2). https://doi.org/10.1016/j.jad.2013.06.034
Chaudron, S., Wijnhoven, L., Stikkelbroek, Y., Rasing, S., Vermulst, A., & Creemers, D. (2022). Groepsschematherapie voor adolescenten met een persisterende depressieve stoornis; een longitudinale studie. Tijdschrift voor Psychotherapie, 48(5), 362–383.
Cuijpers, P., Karyotaki, E., Ciharova, M., Miguel, C., Noma, H., Stikkelbroek, Y., Weisz, J. R., & Furukawa, T. A. (2023). The effects of psychological treatments of depression in children and adolescents on response, reliable change, and deterioration: a systematic review and metaanalysis. European Child & Adolescent Psychiatry, 32(1), 177–192. https://doi.org/10.1007/s00787-021-01884-6